Vrijdag de 13e. Mijn kids vinden het maar niks. Een ongeluksdag die vooral snel voorbij moet gaan. En dan het liefst zonder al te veel onheil. Ik moet er altijd een beetje om lachen. Ben niet zo bijgelovig. Dus toen mijn oudste vorige week donderdag zei dat ze hoopte dat het vrijdag voor iedereen een geluksdag zou worden, moest ik even glimlachen. Een beetje dom, bleek achteraf.
Die bewuste vrijdag begon als elke andere. Na de gebruikelijke ochtendstress van het opstaan-aankleden-ontbijt-tandenpoetsen-schoenen zoeken-hè waar is nou weer mijn schooltas-heb jij mijn fietssleutel gezien-is het al zo laat-hup opschieten de schoolbel gaat al bijna- kus-veel plezier-doei-tot straks-ritueel, startte ik mijn werklaptop op. Ondertussen zette ik koffie. Daar was ik wel aan toe.
Zo halverwege de ochtend hoorde ik op mijn mobiel het welbekende geluid van een binnenkomende mail. Volledig Pavlov-afgericht als ik ben, opende ik deze klakkeloos. Ik zag gelijk de afzender. En het onderwerp. Uitslag MO12 Utrecht. Ik schrok. Nu al? De laatste selectietraining was de dinsdag ervoor geweest. Dat was erg snel.
Ik aarzelde of ik de brief in de bijlage zou openen. Het was bijna lunchtijd. Mijn middelste dochter zou zo thuis komen. En ik ken mezelf. Zo’n nieuws kan ik dan niet voor me houden. De aarzeling was echter van korte duur. Want ik was natuurlijk ook razend nieuwsgierig. Ik opende de bijlage en zag gelijk die drie woordjes…
Tot onze spijt…
Dan weet je wel hoe laat het is. Bah. Hoe moest ik haar dat nu vertellen? Zeker, we hadden haar erop voorbereid. Ze was jong. En ze vindt het altijd lastig om om te gaan met prestatiedruk. Dan blokkeert ze zichzelf. Aan de andere kant. Ze had al niet verwacht dat ze sowieso nog twee trainingen mocht doen. En als je die dan toch mag doen. Dan hoop je natuurlijk dat je verder komt.
Maar nu kwam aan die hoop dus abrupt een einde. Niet leuk. Teleurstellend. Keihard. Maar het hoort erbij. Dus toen ze thuiskwam vertelde ik het nieuws maar gelijk. Slecht nieuws is namelijk net als met een pleister. Die moet je er ook in één keer afrukken. Dat doet dan even pijn, maar daarna is het snel voorbij.
En zo ging het nu ook. Ze slikte even een traantje weg. Was zichtbaar teleurgesteld. Maar toen herstelde ze zich. Ze keek me strijdlustig aan. Oké. Dit keer was het niet gelukt. Wat moest ze verbeteren om een volgende keer wel de selectie te halen? Trots keek ik haar aan. Zo doe je dat! Wat een top mentaliteit! Alleen, het antwoord moest ik haar schuldig blijven. Want dat stond er niet bij. Het was zo’n typisch algemene afwijsbrief. Kort en bondig. Zonder uitleg.
Maar ik snapte wel dat ze het graag wilde weten. Dus in het kader van nee heb je, ja kun je krijgen, nam ik contact op met de trainster. Zij kon hier vast wel iets zinnigs op zeggen. De groep was inmiddels al aardig uitgedund. En zij hadden neem ik aan hun keuzes weloverwogen gemaakt. Dus wellicht kon zij wat tips geven waar dochterlief iets aan had.
Een paar dagen later kreeg ik antwoord. Zo fijn! Mijn dochter was zichtbaar opgelucht. Hier kon ze wat mee. Ze wist nu wat haar te doen stond. Want dit smaakte naar meer. Nu niet, betekende niet ‘nooit niet’. Haar tijd zou nog wel komen.
En onbewust rekende ze hiermee voorgoed af met vrijdag de 13e. Want hoe vervelend het nieuws die dag ook was, ze weet nu nog beter wat ze wil. En dat is als tienjarige een groot geluk.
Zo dapper van Juul! Dikke kus en tot gauw ?
Lief! Dank je ?